Aflevering 3: De sleutelrol voor een huishoudster en een grafrechtendocument
Was Louwes nu wel of niet ’s morgens bij de weduwe geweest? En welke doorslaggevende rol speelt de huishoudster hierbij? Wat is er nu echt gebeurd met het grafrechtendocument en had de weduwe ’s morgens een rode jurk aan of niet. Hoe was Louwes eerder met politie in contact gekomen?
Op deze plek treft u alle officiele stukken aan van de drie rechtszaken tegen Louwes (Zwolle, Arnhem en Den Bosch) en de uitspraak van de Hoge Raad uit 2003.
Dit zijn de stukken van deze aflevering.
Gespreksverslag 27-09-1999
Twee rechercheurs hadden een gesprek gevoerd op het kantoor van Louwes. Dit schreven zij over het ochtendbezoek van Louwes aan de weduwe. Louwes stelt dat hij nooit gezegd heeft dat hij het grafrechtendocument bij de kerk heeft opgehaald en naar de weduwe gebracht. (De weduwe had een auto en ging overal nog zelf naar toe). Volgens zeggen van Louwes wilde ze dit -voor haar belangrijke- document niet per post naar hem sturen. Dus had ze hem gebeld hierover en woensdagavond had Louwes haar gebeld om te zeggen dat hij donderdagochtend in de buurt was. Vrijwel zeker hebben de rechercheurs het in het gesprek verkeerd begrepen en op deze manier opgeschreven.
Onderzoek tot aan arrestatie van Louwes
Nadat Louwes half oktober verdachte werd is men nagegaan wat er gebeurd was met het grafrechtendocument. O.a. vroeg men aan de kerk of Louwes langs was geweest. Dit is één van de vele beschrijvingen van deze zoektocht in het Tactisch Journaal.
Verklaring huishoudster 2-10-199
Eerste verklaring van Louwes na arrestatie op 19-11-1999
Hier staat “het doel van dit bezoek was geweest het afhalen van een formulier betreffende grafrechten”. De twee verhoorders waren dezelfde die op 27 september ook bij Louwes zijn geweest. Zij moeten gerealiseerd hebben dat zij op 27 september een fout hadden gemaakt in hun gespreksverslag over het grafrechtendocument. Zeker ook omdat de dag na de arrestatie het originele document bij Louwes op kantoor was gevonden (en de kopie bij de weduwe thuis).
Tijdens het proces in Arnhem zegt Louwes het ook nog duidelijk:
Verklaring Huishoudster op 24-11-199
Huishoudster geeft dus aan dat de boekhouder (Louwes) wel geweest is, maar twijfelt over de 23e of de 16e september. Uiteindelijk zegt ze dat het 16 september was.
Verklaring Huishoudster op laatste dag zitting Den Bosch
Requisitoir Advocaat Generaal in Den Bosch over huishoudster
En ten aanzien van het grafrechtendocument zie de Advocaat Generaal:
Proces Verbaal dat Onderzoeksleider B. via OM stuurde naar Hoge Raad in 2007
Terwijl alleen door de fout in het gespreksverslag van 27 september 1999 de indruk bestond bij het onderzoeksteam dat Louwes het document bij de kerk opgehaald had, bleek na de arrestatie van Louwes dat het anders was. En Louwes verklaarde op verschillende momenten dat hij het grafrechtendocument bij de weduwe de ochtend van de 23e september 1999 had opgehaald Desondanks stelde de onderzoeksleider B. dat Louwes BIJ HOOG EN BIJ LAAG had beweerd dat hij het document naar de weduwe had gebracht en stuurde het OM deze verklaring van de onderzoeksleider naar de Hoge Raad.
De rode jurk van de weduwe en het dagboek van Louwes
Volgens het echtpaar Waisvisz gaf in de podcast de Deventer Mediazaak aan dat Louwes in zijn dagboek had geschreven dat de weduwe op de ochtend van de moord een rode jurk aan had. Dus kunnen de sporen op de blouse niet tijdens het ochtendbezoek erop gekomen zijn.
Louwes hield geen dagboek bij, maar had in de gevangenis op verzoek van echtpaar Waiszvis 2,5 jaar na de moord opgeschreven wat hij zich er nog van kon herinneren.
Dit stond in de Telegraaf in op 20 maart 2007 over dit nieuws dat via de familie Waiszvis toen naar buiten was gekomen, dat dit de herinnering was van Louwes, zoals beschreven in 2002.
Louwes gaf dus aan dat het een jurk was of een mantelpakje. Mijn moeder droeg vaak een mantelpakje en had daar dan altijd een blouse onder. Dit is een foto van haar uit 2002 met één van haar vele mooie blouses. Kortom: ook Louwes geeft dus aan dat de mogelijkheid een mantelpakje was (en dus met mogelijk een blouse eronder).
Uit het dossier is ook op te maken wat de huishoudster over de kleding verklaarde, die de weduwe, die ochtend aan had. Dit zegt ze tegen de politie op 10-2-2000
En bij het Hof in Den Bosch zegt zij in 2004:
De medewerker op de begraafplaats, die op 18-10-1999 door de politie gesproeken werd, zei volgens het Proces Verbaal:
Had Louwes een crimineel verleden?
Volgens Louwes had hij in 1994 een klant van het administratiekantoor waar hij toen werkte, geholpen omdat die op een oneerlijke wijze werd behandeld door zijn werkgever. Hij speelde die klant een document toe, en zijn werkgever deed aangifte van “bedrijfsspionage”. Hij werd opgepakt door twee agenten en in een cel gezet en zijn vingerafdrukken afgenomen. Toen de politie de toedracht hoorde werd hij vrij gelaten.
De klant die door hem geholpen werd, schreef een briefje in 2006, met o.a. deze tekst erin.